In 1930 werd in de nieuwe Kristus-Koningkerk een groot orgel geplaatst, waarvan de opstelling in functie van de architectuur gebeurde. De opdracht voor de bouw van het instrument was toegekend aan de firma J. Klais uit Bonn. Johannes Klais had het vak in de Elzas, Zwitserland en Zuid-Duitsland geleerd en opende in 1882 zijn eigen atelier. Na zijn dood in 1925 nam zoon Hans Klais de firma over. Het familiebedrijf bestaat nog steeds en wordt intussen geleid door de derde en vierde generatie.
Het nieuwe orgel werd destijds als volgt beschreven:
Het gansch electrisch orgel is gebouwd naar de laatste moderne beginselen en kunstbegrippen der Orgelbouwkunde. Het bezit 72 sprekende registers en 28 koppelingen met ongeveer 5.500 pijpen, verdeeld over vier klavieren
en pedaal. Op te merken is ook het aanbrengen van een klein orgel (1e klavier) aan de buitenballustrade van het oksaal. Het aanwenden van koperen pijpen en het verplaatsbaar klavier (console mobile) zijn eenig in't Land.
Zoowel op technisch als op klankgevend gebied, beduidt dit orgel het volmaakste wat tot heden toe bereikt wordt.
De inspeling van het Klais-orgel vond plaats op 9 augustus 1930 door Flor Peeters, toen al vijf jaar kathedraalorganist in Mechelen. Een dag later concerteerde de Franse componist Joseph Bonnet, titularis-organist van de Saint-Eustache in Parijs, voor een volle kerk. Dat concert werd o.a. bijgewoond door de Franse prinses Geneviève d'Orléans, een nicht van de toenmalige Belgische vorst, die achteraf op het doksaal aan Bonnet werd voorgesteld.
Na verloop van tijd geraakte het instrument geleidelijk in verval, deels als gevolg van oorlog- en waterschade. Vooral de plotse temperatuurverschillen door het gebruik van warme lucht als centrale verwarming, bleken nefast. Een door de kerkfabriek samengestelde commissie onder leiding van kanunnik J. Joris, directeur van het Lemmensinstituut, met o.a. de toenmalige Antwerpse kathedraalorganist Stanislas Deriemaeker en orgeldeskundige Koos Van de Linde, onderzocht de mogelijkheden tot restauratie en stelde dat een grondig herstel pas zinvol zou zijn wanneer eerst een nieuw verwarmingssysteem zou worden geïnstalleerd. Zulks geschiedde en in oktober 1988 kon gestart worden met de restauratiewerken van het Klais-orgel dankzij het geapprecieerde mecenaat van de voormalige Generale Bank (zetel Metropool). Er werd tevens van de gelegenheid gebruik gemaakt om in de speeltafel een setzer te plaatsen. Dat is een elektronisch systeem dat toelaat om 256 registratiecombinaties vooraf te programmeren. Op die manier wordt de organist minder afhankelijk van eventuele registranten tijdens uitvoeringen.
Sedert 1991 worden jaarlijkse orgelcycli ingericht. Het Orgelcomité Kristus-Koning organiseert elk jaar twee orgelrecitals in de maand oktober, waarbij het Klais-orgel afwisselend als solo-instrument en in combinatie met koor of andere muziekinstrumenten gebruikt wordt.
De dispositie van het Klais-orgel
In het tijdschrift 'Het Orgel in Vlaanderen', Jaargang 14 nummer 54 (Oktober, november, december 2014) verscheen een iets uitgebreider artikel over het Klais-orgel.
Download artikel in PDF formaat
Meer informatie over het Orgel in Vlaanderen kan je op hun website vinden: www.orgelinvlaanderen.be